Pagina's

maandag 28 november 2011

Gedicht: 'Lang leve de natuur'

Omdat ik nu toch in de gedichtensfeer zit, plaats ik maar een nieuw gedicht, zodat november 'echt'een gedichtenmaand wordt. :)
Via dit gedicht wil ik graag aandacht besteden aan onze natuur, iets waar (de laatste tijd) te weinig aandacht aan wordt besteed, terwijl het toch een erg belangrijk element is voor een goed leven op aarde.
De wereldbevolking stijgt alsmaar, er komt steeds meer industrie en de steden groeien zienderogen. Kan de aarde, onze blauwe planeet, dit nog lang volhouden? Ik heb mijn twijfels...
Daarom dit gedicht, over een mogelijk scenario dat over enkele eeuwen zou kunnen plaatsvinden als we zo verder doen.
Ik hoop dat dit een beetje als eye-opener fungeert en dat men meer rekening zal houden met de natuur/het milieu, want uiteindelijk zijn wíj een deel van de natuur.

Lang leve de natuur!

Heb jij het gehoord?
Jawel, het is waar.
Hé, met wat ben ik akkoord?
Dan ontmoeten we elkaar daar.
Daar, groene blaadjes, overal.
Heerlijke, warme zon.
En een waterval,
Dingen die ik niet geloven kon.
Maar, het is echt!
 Zo mooi, ongelooflijk.
De natuur komt tot haar recht.
En ik… ik vind het heerlijk.
Nooit eerder zag ik zoveel groen.
Kon eindelijk zonder hoesten ademhalen.
Gewoon hierom is het me te doen,
De rest is om de schouders voor op te halen.
Het wordt een lange tocht,
Naar dit onbewoonde eiland.
Waar we zolang naar hebben gezocht.
Weg uit eigen stinkende land.
‘Nee, niet eigen stinkende land!’,
Roept mijn neef bij dit te horen.
Hij blijft achter, kiest niet mijn kant.
Tja, hij weet niet beter, is tussen de industrie geboren.
Overal de stad, overal mensen.
Te druk, veel te benauwd.
Naar een eigen tuintje kan je alleen maar wensen.
Grotendeels flats, niets is vertrouwd.
Weg, weg, weg,
Is het enige wat ik altijd al wou.
Jij niet? Wat een brute pech,
Ik laat je achter, want het is de natuur waar ik van hou.


zaterdag 26 november 2011

Gedicht: 'Dood'

Jawel hoor, opnieuw een gedicht. Laat ik november daarom maar uitroepen tot gedichtenmaand op deze blog! Hoewel, dit is misschien een beetje te hard van stapel lopen, want ik weet nog niet wat ik volgende maand precies zal plaatsen... Nog even afwachten, dus. ;)
Dit gedicht is anders dan mijn twee vorige gedichten. Anders in het opzicht dat het geen rijm bevat en een redelijk warrige opmaak heeft. Bewust gekozen, die opmaak, als je naar het onderwerp kijkt. De dood staat ons allemaal te wachten, vroeg of laat, helaas. Als je dood bent, is niets meer hetzelfde en is het leven van je vrienden en familie een puinhoop. Daarom is dit gedicht in die stijl opgesteld: één grote puinhoop!
Wel zit er een zekere symmetrie in, zoals dat elke strofe begint met een geluid. Maar, jullie zullen heus zelf (de details in) dit gedicht ontdekken en er jullie oordeel over vellen.
Daarom veel leesplezier! :)

D
ood

Zoef
De snelheid
Van het leven
Uit het zicht verdwenen
Ondergronds


Awoe
De roep
Van de wolf
Door merg en been
Waarschuwing

Miauw
De kat
In de nacht
Op het verlaten kerkhof
Begroeting
Niets
Je oren
Werken niet meer
Zoals je hele lichaam
Verlamd
Gekraak
Te laat
Mensen met bloemen

Je knoken teren weg
Nutteloos
Bonk
Het hart
Van je dierbaren
Waarin je blijft leven
Genoegdoening

zondag 20 november 2011

Uit de oude doos

De wiskundige (r)evolutie

Twee punten vonden elkaar,
En vormden een lijn.
Ze werden een paar.
Ze wilden voor altijd samen zijn.
 Ze gooiden elk een schuin lijntje omlaag,
Dat versmolt tot een gezamenlijk punt.
Ze zien elkaar toch zo graag,
Tja, het kind was hen dan ook erg gegund.
Het kleine puntje voelde zich enorm alleen,
En al snel werd een tweede puntje gemaakt.
Zo waren er twee in plaats van één,
Wat van een driehoek een vierhoek maakt.
De afstand tussen de twee puntjes was niet gering,
Ze konden niet erg goed samen spelen.
Daarom deed het echtpaar punt het nodige ding,
En al snel waren de kinderpuntjes met z’n velen.
Een cirkel was de eindfiguur,
Alle puntjes deden aan zakdoekje leggen mee.
Dit is zoals het hoort in de natuur,
Niemand wordt uitgestoten en iedereen is tevree.




maandag 7 november 2011

Gedicht: 'Beroemd'

Mijn eerste blogbericht... Spannend is het, maar ook weer top.
Onderstaande vinden jullie een gedichtje (of beter gezegd: een gedicht :P) dat ik heb geschreven toen ik dertien was.
Ik kies ervoor om dit als eerste te delen, omdat ik dankzij dit gedicht mijn eerste mailadres had aangemaakt. Door het hebben van mijn eigen mailadres, ging er een hele nieuwe wereld voor me open. Zonder het schrijven van dit gedicht had het ongetwijfeld langer geduurd vooraleer ik grondig kennis had gemaakt met die digitale wereld, en zou ik waarschijnlijk deze blog nog niet gehad hebben. Dat zou zonde zijn geweest!

Beroemd

'De voetgangers lopen snel voorbij.
Ze kijken niet naar me om.
Zij maken lol en zijn blij.
Ze vinden me vast maar dom.

Het is ook niet te verwonderen,
want ik ben dakloos.
En als het gaat bliksemen en donderen,
kruip ik gauw in m’n kartonnen doos.

Ooit was ik beroemd.
Nu voel ik me eenzaam en verlaten.
Waarom ben ik tot dit lot gedoemd?
Leven op de straten.

Vroeger was ik stinkend rijk.
Iedereen keek naar mij op.
Ze vonden me belangrijker dan belangrijk.
Ik stond helemaal aan de top.

Wat heb ik toch misdaan?
Wat is er misgelopen?
Zie mij hier nu staan.
Ik kan zelfs geen nieuwe kleren kopen.

Niemand kijkt me aan.
Ik voel me overbodig.
Zelfs het mannetje in de maan,
heeft me niet nodig.

Was ik maar terug bekend.
Een of andere beroemde superster.
Dan vond iedereen me een leuke vent,
Kwamen ze voor mij van heinde en ver.

Ik heb mijn stem verloren,
Samen met mijn hart.
Ik kon mijn liefste niet meer bekoren.
Ja, het leven is soms hard.'

Zo mijmerend stapt de zwerver langzaam voort.
Plots blijft hij staan,
Voor een grote poort.
Waar komt die rook vandaan?

Spiedend kijkt de zwerver rond.
Hij hoort de bange stem van een kind.
‘Help, mama ligt hier op de grond!’
De woorden gaan verloren in de wind.

De zwerver aarzelt geen moment.
Hij rent in de richting van het geluid.
Alsof hij het kind al jaren kent,
Roept hij heel luid:
‘Zeg me toch waar je bent!
Ik help jullie hieruit.’

Hij redt moeder en kind uit de brand.
Hij wordt opeens een held.
De volgende dag staat het in de krant.
Zijn naam wordt overal vermeld.

Maar wat echt telt,
twee mensen zullen hem nooit vergeten.
Nog voor geen geld,
zou hij dit willen ruilen voor het applaus na een optreden.


Zo, dit was het gedicht dan. Ik hoop dat jullie er een beetje van genoten hebben. Ik vond het enkele jaren geleden alleszins aangenaam om dit te schrijven, hoewel het eigenlijk eerder een verplichting was van mijn lerares Nederlands dan op eigen initiatief. Maar ach, dat laatste is een detail. ;)