Pagina's

zaterdag 16 februari 2013

Een wel erg leuke Valentijnsdag

Zij houdt van sarcasme en ironie. Wat is er leuker om iets onaangenaams weg te lachen door middel van er iets schijnbaar aangenaams van te maken? Deze titel dient daarom als niets meer dan als zo'n probeersel gezien te worden. Als probeersel om de bittere realiteit voor haar te verhullen.
Zij is een optimist, iemand die van alles de humor probeert in te zien. Soms lukt dat erg goed, soms niet.

Afgelopen week was het Valentijnsdag, een dag waar zij sowieso al niet veel van verwachtte. Zij is single (gelukkig nog jong, dus nog niet hopeloos op mannetjeswezensjacht), wat maakt dat de kans best klein was dat Valentijnsdag meer werd dan een doodgewone dag. De kansberekening klopte; haar dag was "gewoon", zonder dood, want anders kon ze het niet navertellen.

Om 8 uur dreunde het genadeloze muziekje uit haar mobieltje.
"Ik droom dat de wekker gaat", dacht ze. Wou ze denken. Ze is geen ochtendmens. Het is omdat er na een ochtend een avond komt, anders hoefde het niet voor haar. Bleef ze altijd slapen. Tot in de eeuwigheid amen. (deze laatste opmerking heeft niets met sarcasme richting de aftredende paus te maken)
Met ogen die aan elkaar plakten, lekker wat knopen in haar haren en barstende koppijn (zij had nochtans geen carnaval gevierd) veerde ze uit bed.
Ontbijten, badkamerbezoek, kleren aan, tas pakken. Bij die laatste routinehandeling begon het. Natuurkundeschrift kwijt. Getverdemme. Van zo'n stom vak het schrift kwijt zijn, en over vijf minuten moeten vertrekken. Kamer overhoop gehaald, zonder baat. Dan maar eruit gestuurd worden.
Dik tegen haar zin sloeg ze de deur dicht. Bam. Holde over de ijzele stoep met haar naaldhakken. Een beetje balancerende lichaamsbeweging zonder duikvlucht zal wel goed zijn, nietwaar? Altijd optimist blijven.
De bus had vertraging. Stom OV. Zij haat OV. Het is duur, te laat wanneer het op tijd moet zijn en te vroeg wanneer zij zelf wat later is. Nee, nee en nog eens nee. Zo mag ze niet denken. OV is goed voor mensen- zoals zij- die geen auto kunnen rijden. Voor mensen met weinig geld zonder auto. En bovenal erg goed voor het milieu, wat alle Groenlinks-stemmers blij maakt.

De ene vertraging werkte de andere in de hand (bedankt Murphy of hoe je naam ook geschreven mag worden). 
Zij zag net de trein vertrekken wanneer de bus op het station arriveerde. Gelukkig was er vijf minuten later een andere trein, en ze had nog tijd zat om op school te komen. Perron 6 stond op het grote bord. Zij ernaartoe. Op perron 6 werd het scherm zwart, en geen trein te zien. Zij terug balancerend op de gladde trappen naar beneden. De trein stond aangekondigd bij perron 1. Daar terug naartoe rennen. Op perron 1 stond een andere trein aangekondigd. Zij keek terug op het grote bord: perron 14.
Rennen, deed ze, nog één minuut. Er stond een trein. De deuren sloten. "Kut! Te laat." De trein reed de andere kant uit. Blijkbaar toch een andere trein. Maar waar was de juiste gebleven? Uiteindelijk besloot ze naar perron 8 te gaan. Weer naar beneden en boven gestormd over de trappen. Ze had al meer ups en downs gekend dankzij de NS- helaas meer downs. Een ns-medewerker werd de huid vol gescholden door een groepje jongeren. De desbetreffende trein reed pas over een halfuur, en de vorige was blijkbaar ook al uitgevallen.
Drie latere treinen vielen uit "omwille van de slechte weersomstandigheden". Een paar vlokjes sneeuw dwarrelden gesmolten neer op de grond.

Te laat op school, wel natuurkundeschrift in kluis gevonden.
Ze stapte richting de eerste les met het te-laat-briefje, zag de leerlingen van de leerlingenraad rondgaan met de Valentijnsrozen. Ze hoopte, ook al had ze bijna geen verwachtingen. Hoop doet leven.
Gaf een klopje op de deur, en opende hem. Ze keek, zoekend naar de leraar achter zijn bureau die er niet was. De klas keek haar stil aan. Er was iets, anders was er altijd één groot gejoel.
"Whoeahahaha!", schreeuwde de leraar plotseling vanachter de deur.
"Aaah!" Ze liet haar tas vallen en sprong zeker een halve meter in de lucht- op naaldhakken, wat een topprestatie (tijd voor de invoering van de Olympische discipline "hoogspringen op naaldhakken").
De klas gierde het uit. Zijzelf ook, was meteen goed wakker.
"Jij was niet echt geschrokken hé?", vroeg de leraar.
"Nee hoor." Ik was niet echt verschoten wou ze erachteraan zeggen, maar bedacht zich dan dat dit typisch Belgisch is. Dat mag niet, ze moet inburgeren, weet je wel.

De leerlingen met rozen kwamen de klas binnen, net wanneer het lachen was gestopt. Vier rozen voor deze klas. Zou het? De rozenuitdeler stapte in haar richting, en gaf vervolgens twee rozen aan de jongen voor haar. Het snobistische duo van de klas ontving de andere twee rozen. Zij had niets. 
Leven doet hoop, misschien kruist volgend jaar een geheime aanbidder haar pad met 7 rozen (zonder 7 anjers, anders wordt het wel erg cliché, gekeken naar het muzikale oeuvre van Willy Sommers) .
Ze kreeg twee weken eerder wel een vriendschappelijke anjer.